Plantenportret: Het madeliefje, een lekkere en lieflijke voorjaarsbode
Madeliefjes vergezellen ons bijna het hele jaar door met mooie witte bloemetjes. Het kleine wilde plantje gedijt uitstekend in park- en tuingazons, weilanden en op dijken, dus eigenlijk overal tussen gras. Het is geen veeleisend plantje. De meeste mensen genieten van de aanblik van de ogenschijnlijk tere bloempjes, maar het is een uiterst sterk plantje. Dit komt ook tot uiting in zijn naam. De Latijnse naam van de plant is Bellis perennis. “Bellis” is afgeleid van het Latijnse “bellus”, wat “mooi” betekent. „Perennis“ staat voor overblijvend. Het madeliefje bestaat ook in een gecultiveerde vorm in witte, roze en rode tinten met een geel hartje.
Inhoud
Botanische informatie over het madeliefje
Botanisch gezien behoren madeliefjes tot de compositenfamilie (Asteraceae). Het meerjarige ‚meizoentje‘ strekt zijn bloemen al in februari en maart boven het gras uit. Zelfs in de winter kunnen we het geluk hebben dit bloempje te ontdekken, maar de hoofdbloeiperiode is van mei tot en met juli. De Duitse naam „Gänseblümchen“ verwijst naar de plaats waar het madeliefje vaak door onze voorouders werd waargenomen. Hij werd vaak gevonden in de ganzenweide. In het verleden waren het de dieren die het gras laag hielden ten gunste van het madeliefje. Tegenwoordig vinden we deze plantjes op plaatsen waar de grasmaaier de concurrentie kort houdt. In Nederland heeft het madeliefje vele namen waarvan het meizoentje de bekendste is. Ook hier geven de bijnamen aan waar het madeliefje veel voorkomt: grasbloem, dijkbloempje, weidebloempje, bleekveldbloempje.
Het madeliefje overleeft regelmatig maaien goed, omdat de basisrozet van bladeren dicht tegen de grond zit. De bladeren zijn spatelvormig, fijn behaard en aan de randen licht ingekerfd. In het hart van de schotelvormige bloembodem zitten de gele buisbloemen dicht bij elkaar. De buitenste straalbloemen zijn wit, soms met een rozerode tint aan de uiteinden en de onderkant. Vooral in het voorjaar hebben de jonge bloemen deze kleur omdat de roodgekleurde anthocyanen de bloemknoppen beschermen tegen hoge temperatuurschommelingen: Deze schommelingen tussen dag en nacht zijn vaak groot in het voorjaar. De straalboemen zijn vrouwelijk, terwijl de buisbloemen tweeslachtig zijn. De bestuiving van de bloemen vindt plaats door bijen en hommels.
Verzorging van madeliefjes in de tuin
Madeliefjes hebben nauwelijks verzorging nodig. In langere, droge perioden zijn de planten blij met een beetje water, maar normaal gesproken hebben ze geen meststoffen nodig. Overwinteren is ook geen probleem voor de wilde vorm van het madeliefje. Op een zonnige standplaats bloeien ze het mooist, omdat de knoppen in de schaduw niet open gaan. De bloemen sluiten zich in het donker.
Gebruik door de eeuwen heen
Als puber heb je zelf misschien wel eens de liefde voorspeld, door bij het één voor één uittrekken van de witte bloemblaadjes „Hij houdt van me, hij houdt niet van me“ te fluisteren en het eindresultaat af te lezen aan het laatste overgebleven bloemblaadje van het madeliefje. Of het resultaat klopt, is niet bewezen, maar een leuk idee is het wel.
In de Middeleeuwen werd het madeliefje vooral gebruikt als een wondkruid, bij huiduitslag en zweren. De arts en botanicus Leonhart Fuchs beschreef het gebruik ervan in 1543: „Stamp de bladeren groen en leg ze op hete wonden om ze te genezen. “
De volksgeneeskunde van de moderne tijd voegde in de eeuwen daarna aan het middeleeuwse gebruik nog andere indicaties toe: aandoeningen van de luchtwegen zoals hoesten en bronchitis, blaas- en nierklachten, bloedzuivering, leverklachten, ontstoken ogen en uitwendig bij kneuzingen, verstuikingen en bloeduitstortingen. De kruidendokter Künzle (1857-1945) raadde een toepassing aan die ook nu nog actueel is: dep het verse plantensap van geplette bladeren op brandnetelbultjes en insectenbeten. Dit verlicht de pijn en de jeuk.
Geneeskrachtige stoffen op het spoor
Deze oude geneeskrachtige plant is niet opgenomen in moderne geneesmiddelenboeken, hoewel de talrijke bio-actieve bestanddelen op de werkzaamheid ervan wijzen. Bijzonder opmerkelijk zijn de triterpeensaponinen, die vastzittend slijm in de luchtwegen vloeibaarder en losser kunnen maken. Deze zeepstoffen worden aangetroffen in de bladeren en bloemen, maar ook in grote getale in de wortels van het madeliefje. Ook de slijmstoffen hebben een effect op de luchtwegen en beschermen en verzachten ontstoken slijmvliezen. In de middeleeuwen werd dit effect ook toegepast bij harde ontlasting: de slijmstoffen maakten de ontlasting zachter en het darmvolume werd vergroot.
In recente studies werd ontdekt dat het madeliefje een antioxiderende werking heeft, d.w.z. dat het agressieve celbeschadigende zuurstofradicalen onschadelijk maakt. Men ontdekte ook dat de bestanddelen van madeliefjes het enzym acetylcholinesterase remmen en zo de werkingsduur van de hersenboodschapper acetylcholine verlengen. Dit neuroprotectieve effect speelt een rol bij de behandeling van ziekten met een verminderde cholinerge activiteit, zoals de ziekte van Alzheimer.
Decoratief
Misschien heb je vroeger wel eens een mooie bloemenkrans van madeliefjes gevlochten voor in je haar, als ketting of als armband. Je plukt hiervoor enkele bloemen met de steel eraan. In de onderkant van de steel van één van de bloemen druk je met je nagel een opening. Door die opening steek je de steel van de volgende bloem. Druk met je nagel een opening in de steel van die volgende bloem en steek daar weer een volgende steel in, en ga zo verder tot je de gewenste lengte bereikt hebt.
Je kunt het madeliefje ook heel mooi drogen. Dit kun je doen tussen twee dikke boeken. Vergeet dan niet om vloeipapier of keukenpapier er tussen te leggen, om geen vlekken op de boeken te maken. Je kunt ook een echte bloemenpers kopen bij Waschbär Eco-Shop.
Schoonheid om op te eten
Het madeliefje is niet alleen mooi, het is ook uitstekend geschikt om mee te koken. Aangezien de planten in bijna elke tuin te vinden zijn, is het makkelijk in de keuken te gebruiken. De jonge bladeren die in het voorjaar worden geoogst, kunnen rauw worden gebruikt in salades, smoothies en kruidenkwark. Ze hebben een nootachtige smaak, vergelijkbaar met veldsla. Als je de bladeren van de plantjes in de vorm van salade wilt eten, kun je ze het beste mengen met andere bladsla. In grote hoeveelheden gegeten, kunnen de saponinen die het bevat een kriebelende nasmaak in de keel achterlaten. De bladeren kunnen ook worden gestoomd en gebruikt als ingrediënt in soepen en spinazieachtige groenten; in dat geval smaken ze bijzonder mild.
De kleine korfbloempjes zijn een prachtige eetbare decoratie, bijvoorbeeld over salades gestrooid of als boterhambeleg. De gesloten bloemknoppen kunnen in azijn ingelegd als vervanger van kappertjes worden gebruikt. Bovendien bevat het mineraalrijke madeliefje bijvoorbeeld drie keer meer kalium, zeven keer meer calcium en vier keer meer ijzer dan witlof. Door de aanwezige bitterstoffen heeft het een gunstig effect op de spijsvertering.
Recepten met madeliefjes
Madeliefjesthee: goed voor de huid en bij hoesten
Voor de thee oogst je met name de uitgebloeide bloemhoofdjes. Dit is waar zich veel van de actieve bestanddelen bevinden. De kruiden zijn het meest geneeskrachtig van mei tot juli, op warme, droge dagen. Droog de bloemen en bladeren ongehakt op een warme, schaduwrijke plaats.
Madeliefjesthee smaakt aangenaam zacht en mild. Neem ongeveer vier gram van de gedroogde bloemetjes in een liter heet water of twee theelepels in een kwart liter water. Laat de thee vijf tot acht minuten trekken. Deze stofwisselingsstimulerende thee is ideaal voor “bloedzuiverende” voorjaarskuren, het best te combineren met brandnetelbladeren. Voor een slijmoplossende en verzachtende hoestthee kun je de madeliefjes in gelijke delen met smalle weegbree en vlierbloesem vermengen. Voor een thee die zowel inwendig als uitwendig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld bij huidaandoeningen, steeds eenderde gedroogde maartse viooltjes, madeliefjes en kamillebloemen met elkaar vermengen.
Recept voor madeliefjessoep
Ingrediënten
- 80 g madeliefblaadjes
- 50 g brandnetelbladeren
- 4 el boter of olie
- 2 el volkoren speltmeel
- 800 ml groentebouillon
- 4 el crème fraîche of sojaroom
- peper, zwarte komijn
- 1 snee brood voor croutons
- 1 handvol madeliefbloemetjes als garnering
Bereiding
- Hak de madeliefjes- en brandnetelblaadjes grof en fruit ze in twee el boter of olie aan.
- Voeg de bloem toe om een roux te maken. Giet de bouillon in delen erbij en laat de soep dan een paar minuten zachtjes koken.
- Roer ten slotte de crème fraîche erdoor en breng op smaak met de gemalen specerijen.
- Snij de snee brood in blokjes en rooster deze in een pan in de overgebleven boter of olie.
- Schenk de soep in borden en garneer met de geroosterde broodblokjes en de bloemetjes.
Recept voor madeliefkappertjes
Ingrediënten
- 1 handvol gesloten madeliefknopjes (vroeg in de ochtend geplukt)
- 250 ml witte wijnazijn
- 1 sjalot
- 1 tl gekneusde peperkorrels
- 1 schone glazen afsluitbare pot
Bereiding
- Was de gesloten bloemknopjes
- Doe de madeliefknopjes samen met de sjalot en peperkorrels in de schone glazen pot.
- Verwarm de azijn en giet deze in de glazen pot
- Sluit de pot goed af, plaats deze op zijn kop en laat het afkoelen.
- Laat deze een paar weken op een donkere, koele plaats staan en klaar zijn de kappertjes.
Opmerking: Dit artikel is met de grootste zorgvuldigheid geschreven. De auteur is echter geen arts of apotheker. De in dit artikel gegeven informatie mag niet worden opgevat als een gezondheidsadvies. Bespreek daarom de toepassing van de tips voor de gezondheid vooraf met je huisarts.
Een hele mooie aanvulling op mijn kennis! Dank je wel voor de verdiepende informatie over de inhoudsstoffen. En de mooie recepten.